Blijven ontwikkelen en blijven trainen! Scholingsrecht van de OR
Femke Bol
Wat deed Femke Bol nadat ze in 2023 het 41 jaar oude wereldrecord op de 400 meter indoor had verbeterd?
Feest vieren neem ik aan, natuurlijk. En daarna ging ze trainen. En nog meer trainen. Om nog beter te worden, nog sneller, om het wereldrecord nog scherper te stellen. En dat deed ze, in februari 2024. Prachtig. Wat ging Femke daarna doen? Drie keer raden, eerste keer goed: trainen. Natuurlijk ging ze weer trainen. En nog meer trainen. Logisch. Nog beter worden, nog sneller. Nooit ophouden met trainen.
Trainen als ondernemingsraad
Hoe word je steeds sterker, steeds beter, steeds effectiever als ondernemingsraad? Inderdaad, door te trainen en te blijven trainen, net als Femke Bol. Door samen heel regelmatig ‘de hei op te gaan’ en daar onder leiding van een goede OR-trainer te werken aan kennis, aan vaardigheden, aan het teamfunctioneren, aan alles wat maar verbeterd kan worden, aan alles wat de OR effectiever en invloedrijker maakt. Dat houdt nooit op.
De ondernemingsraad waar ik zelf heel langdurig deel van mocht uitmaken ging ieder jaar meerdere dagen trainen, jaar in, jaar uit, ook al draaide die OR al prima en ook al hadden de meeste OR-leden behoorlijk wat tot veel ervaring in ‘het beïnvloedingsspel’ wat gespeeld werd met de bestuurder: het kon altijd nog beter. Was nuttig en leuk tegelijk, wat wil een OR-mens nog meer.
Het scholingsrecht in de WOR: minimaal 5 dagen recht op scholing per OR-lid per jaar
De wet op de ondernemingsraden benadrukt het belang van trainingen voor leden van de OR. Niet voor niets wordt aan alle OR-leden een recht op scholing toebedeeld, waarbij de bestuurder van de organisatie geacht wordt die trainingen te betalen, of die bestuurder dat nu leuk of nuttig vindt of niet.
OR-leden mogen zich ieder tenminste vijf dagen per jaar laten trainen, zo zegt de wet in artikel 18. Mocht de OR vaste commissies ingesteld hebben, zoals bijvoorbeeld een financiële commissie, een ARBO-commissie, of een PR-commissie, dan krijgen de leden van zo’n vaste commissie drie dagen recht op training per jaar, ook weer betaald door de werkgever.
Voor een OR-lid, tevens lid van een vaste commissie geldt dan een optelsom: vijf dagen scholingsrecht per jaar als OR-lid, drie dagen scholingsrecht per jaar als lid van een vaste commissie, oftewel opgeteld acht dagen recht op training per jaar, per persoon.
Kortom, de wet zet de deur wagenwijd open voor verdere ontwikkeling van de medezeggenschap binnen je organisatie: ga maar lekker trainen, dat is heel nuttig, zegt de wet in iets andere bewoordingen.
De OR is vrij in de keuze van de trainer
Als hardloopster wil je je natuurlijk laten trainen door een heel goede hardlooptrainer, liefst de beste. En als OR wil je je laten trainen door een goede OR-trainer, liefst de beste die je kunt vinden, passend bij jullie OR. Niet zomaar de eerste die je op Google tegenkomt, of iemand die de bestuurder toevallig kent.
Laat je niet door de bestuurder voorschrijven met wie je moet gaan trainen: omdat de organisatie volgens de bestuurder zelf prima trainers in huis heeft, of omdat de bestuurder iemand kent die die op de hockeyclub zulke leuke trainingen geeft. Weg ermee, gaan we dus niet doen.
Jullie kiezen zelf als OR met wie je in zee gaat. Denk goed na wat de OR nodig heeft het komend jaar of de komende jaren en ga dan gericht shoppen. Kijk op allerlei websites, kijk op Linkedin, ga in gesprek met een aantal opleiders waar je een goed gevoel bij krijgt. En kom dan tot een keuze: wie past het beste bij ons?
Als je dat zorgvuldig doet zie je dat er een jarenlange vruchtbare samenwerking kan ontstaan tussen de trainer en de OR, met een heldere en vertrouwde lijn in de aanpak tijdens de trainingen, desgewenst vastgelegd in een meerjarig scholingsplan.
Dus…
Steek de koppen binnenkort eens bij elkaar als OR en kijk hoe het nu gaat.
- Wat gaat goed, wat kan beter, wat moet beter?
- Hoe willen we onszelf verder ontwikkelen, hoe worden we een nog effectievere OR?
- Hoe worden we nog beter in overleggen en onderhandelen met de bestuurder?
- Hoe willen en kunnen individuele OR-leden zichzelf verder ontwikkelen tot waardevollere spelers op het OR-veld?
- Maken we optimaal gebruik van het recht op scholing zoals de WOR ons dat op een wettelijk presenteerblaadje aanbiedt?
- Zo nee, wat is er voor nodig om dat wel te gaan doen?
En kom dan tot keuzes. Maak goede afspraken met je trainer(s), ga aan de slag, training(en) plannen, ga de hei op. Groei. Wordt steeds beter in wat je doet. Ga lekker Femke Bollen!
Ga trainen, trainen en nog eens trainen, effectiever worden, meer inzicht verwerven, meer resultaat behalen, meer plezier beleven aan het OR-werk, meer waarde toevoegen aan je organisatie, meer betekenen voor de collega’s die je vertegenwoordigt in het overleg met de bestuurder. Daar doe je het voor.
Dat is ook precies wat de wet van je vraagt: als OR wezenlijke invloed uitoefenen op door de organisatie te maken inhoudelijke keuzes. Niet alleen maar braaf ja knikken. Niet alleen maar kijken of procedures wel goed gevolgd worden. Nee. Daadwerkelijk aan de slag met de inhoud op de belangrijkste thema’s en daar wezenlijke invloed op uitoefenen.
Daar draait het om. Je kunt het. Echt. Succes!