Uitkomsten TNO onderzoek over hybride werken, na Covid
Sinds mei 2023 is de coronapandemie volgens de WHO officieel geen wereldwijde crisis meer (WHO, 2023). Toch zijn de gevolgen van de coronapandemie blijvend zichtbaar voor werkenden in Nederland.
De onderzoeksresultaten van TNO komen uit het NEA-COVID-19 onderzoek onder ruim 6.000 werknemers. De situatie van net voor de pandemie (eind 2019) is vergeleken met een meting in juni en juli 2023.
Binnen deze groep werknemers onderscheid TNO vier groepen:
- volledige locatiewerkers, werknemers die minder dan 10% van hun werktijd thuis werken,
- gedeeltelijke thuiswerkers, werknemers die 10% of meer, maar minder dan 50% van hun werktijd thuiswerken,
- hoofdzakelijke thuiswerkers, werknemers die minimaal de helft (50%), maar minder dan 80% van hun werktijd thuiswerken, en
- volledige thuiswerkers, werknemers die 80% of meer van hun werktijd vanuit huis werken.
Een aantal conclusies uit het onderzoek:
1. Het hybride werken is toegenomen sinds de pandemie
1 op de 3 werknemers kan regelmatig zelf bepalen waar of wanneer ze willen werken. De aard van het werk en minder reistijd waren veruit de belangrijkste redenen om thuis te werken. De redenen om (deels) op locatie te werken, was voor alle werknemers het sociale aspect; het samenwerken met collega’s. De deelnemers die wel volledig op locatie werkten gaven aan dat de aard van het werk en praktische aspecten de belangrijkste redenen waren.
Hybride werken wordt volgens werknemers in grote mate toegestaan door werkgevers, maar niet in alle gevallen zijn hier (formele) afspraken over gemaakt.
2. Verandering in arbeidsomstandigheden
De psychosociale arbeidsomstandigheden, waaronder autonomie en taakeisen, zijn over het algemeen (licht) afgenomen. Het aandeel werknemers dat intern en extern ongewenst gedrag ervaarden nam af in alle groepen werknemers. Verder is er een lichte daling in fysiek zwaar werk, blootstelling aan lawaai en gevaarlijk werk onder (deels) locatiewerkers. Beeldschermwerk en sedentair gedrag in zowel de werktijd als vrije tijd zijn in 2023 wel toegenomen: van 4,6 uur per dag in 2019 naar 5,6 uur per dag in 2023.
3. Vooral werknemers die al thuiswerkten zijn meer uren vanuit huis gaan werken.
Werknemers werkten – in arbeidstijd gezien – gemiddeld 6,8 uur per week vanuit huis. Eind 2019 was dit nog gemiddeld 2,6 uur per week. Dit betekent dat er niet alleen meer werknemers thuis zijn gaan werken, maar dat vooral dat de werknemers die voor de pandemie al thuiswerkten meer uren vanuit huis zijn gaan werken. In 2023: van 5 uur per week in 2019 naar bijna 20 uur per week in 2023.
6. Covid-klachten tov werk
Bijna 8 op de 10 werknemers is sinds de start van de pandemie besmet geweest met het coronavirus en geeft ook aan dat de klachten van invloed waren op werk. Een kwart van deze respondenten had behoefte aan aanpassingen in werktijden en een even groot deel aan aanpassingen in de hoeveelheid werk.
In het PDF document hieronder kun je alle onderzoeksresultaten vinden.